Door Simon Keane-Cowell voor Architonic.com
Door Simon Keane-Cowell voor Architonic.com
Bart Leenders maakt het persoonlijk.
Als directeur van vooraanstaand haardenproducent Harrie Leenders houdt hij niet graag de handen in de mouwen. Hij besteedt een hoop tijd aan het letterlijk aanwakkeren van vuurtjes. Afhankelijk van wanneer je hem gaat zoeken kan het een tijdje duren voor je Bart gevonden hebt.
De zelfbenoemde outdoorverslaafde vertoeft elk jaar een flinke hoeveelheid tijd in de beboste wildernis van de afgelegen delen van Scandinavië of Canada, met enkel een tarp (zeiltje) tussen hem en de sterren. Voordat je denkt; wat een luizenleventje, weet dan; het is werk. Nou ja, een soort van werk. Wanneer hij een vuurtje maakt met zijn vertrouwde magnesiumstick en wat aanmaakhoutjes (“het is de meest betrouwbare manier om buiten vuur te maken, het werkt altijd”) legt hij een band met de natuur. Dit geeft hem de mogelijkheid om zich aan de 9-tot-5 routine te onttrekken en creatief te kunnen denken, denken dat zich zowel vertaalt in de producten die het bedrijf ontwikkelt als in de manier waarop het bedrijf zichzelf ziet, en alles komt terecht in zijn altijd binnen handbereik zijnde Moleskine notitieboekjes.
Je zou kunnen zeggen dat hij het vuur in zijn genen heeft. En in zijn bloed. “Mijn vader groeide op een boerderij op, waar hij verantwoordelijk was voor het maken van het vuur. Ze hadden alleen maar houtvuren voor koken, schoonmaken en het bereiden van het varkensvoer. Dat is nog maar twee generaties geleden.” De vader in kwestie is de gelijknamige Harrie Leenders, die, samen met zijn vrouw Margriet zijn bedrijf begon in 1979, dit is uitgegroeid tot een van de leidende producenten van het hogere segment houthaarden, allemaal zonder een cent externe investering.
Bij Harrie Leenders draait het allemaal om authenticiteit. “Alles wat we doen is gebaseerd op wat goed voelt in onze onderbuik”, legt Bart uit.” Welke modellen we introduceren om onze collectie uit te breiden, met welke leveranciers we samenwerken, wie we rekruteren als personeel. Het moet kloppen voor ons. Het leven is te kort voor troep”. Een dergelijke resolute, onbuigzame houding ten opzichte van zakendoen heeft voor Harrie Leenders goed uitgepakt, haar loyale klanten herkennen de waarde in de kwaliteit van het ontwerp waar zijn makers hun hart en ziel in stoppen. “Elk product dat we maken, bouwen we in wezen niet voor onze klanten. We bouwen het ook niet voor onze dealers. We bouwen het voor onszelf. Het is belangrijk dat het onze haard is.”
Het laatste product van het bedrijf, ‘Boxer Plus’, ontwikkeld door Bart samen met een collega in de Harrie Leenders fabriek net buiten Eindhoven, nam als startpunt schetsen die zijn vader gemaakt had. Hij is gebaseerd op een van de oudere modellen van het merk, ‘Boxer’. Deze haard is al een tijd geleden uit de collectie verwijderd omdat er slechts een stuk of zes per jaar werden gebouwd. “Stel je voor. We besluiten een nieuwe haard te bouwen, stoppen er twee jaar ontwikkeling in en baseren ons op een product dat niet verkocht. Dat is geen goede commerciële logica. En het is nu onze best verkopende haard. We bouwden hem om aan onszelf te laten zien wat we kunnen. Wat we weten over verbrandingstechniek.”
Kennis is de sleutel van de gehele Leenders werkwijze. Buiten in de wildernis scherpt Bart zijn expertise en begrip van de mogelijkheden en het gedrag- sterker nog; de wetenschap van het element waarop zijn bedrijf is gebaseerd. Vuur. Hier voelt hij zich het meest geïnspireerd. (Hij biecht op te zijn gestopt met het bezoeken van beurzen, zich storend aan het gebrek aan originaliteit in de haarden-ontwikkelingsbranche). Op een zeker niveau is vuur het product dat Harrie Leenders verkoopt. Het is de manier waarop men zich
emotioneel verbindt met het product dat het bedrijf haar klanten aanbiedt. “Ik geloof oprecht dat het mooiste vuur buiten te vinden is. Gewoon een paar keien aan een riviertje of een meer. Onze kachels zijn in essentie eigenlijk vuurdragers. Het is het vuur dat we naar de klant toe willen brengen.” Ontwerpen zoals de opvallend rationele ‘Fuga eL’, voornamelijk in zwart, getuigen hiervan en plaatsen het vuur centraal en volledig op de voorgrond, terwijl de behuizing visueel op de achtergrond blijft. “Het is als een goede butler”, stelt Bart.
Het hoge kennisniveau waarover Bart en zijn team beschikken is niet alleen belichaamd in de haarden die ze bouwen maar wordt actief uitgedragen in de zogenaamde ‘stookavonden’ in de Harrie Leenders fabriek – waar klanten leren hoe ze optimale prestatie kunnen halen uit het product dat ze hebben aangeschaft- en tutorials op Youtube. Deze manier van kennisdeling hoort er allemaal bij. “We brengen het vuur terug bij mensen in huis. Mensen – en dit beslaat ook 30% van onze klanten – zijn vergeten hoe ze vuur moeten maken, wat, wanneer je erover nadenkt, het enige is dat ons scheidt van elk ander levend wezen op aarde”. De stookavonden voor klanten zijn echter ook een kans voor de fabrikant om iets te leren. “We krijgen veel feedback, wat ons in staat stelt om producten gebruiksvriendelijk en betaalbaar te maken. Ja, we bouwen wat we willen, maar we moeten ook geld verdienen. We proberen met elk nieuw product te innoveren.”
Innovatie is geweldig, natuurlijk, zeker wanneer het om energie-efficiëntie gaat, maar hoe zit het met gebruiksvriendelijkheid? Is het niet altijd een compromis? “Nou, de ‘Boxer Plus is onze meest geavanceerde haard tot nu toe maar hoe meer controle je hebt over een vuur, hoe moeilijker het soms is. Het is niet per definitie het beste vuur dat je kan krijgen. Ik denk dat we onze klanten serieus nemen, door uit te leggen wat vuur is, wat er in de haard gebeurt en hoe deze werkt. Met deze nieuwe kennis weten ze beter hoe ze de haard kunnen gebruiken”.
Wie zijn deze vuur-liefhebbende klanten? Het zijn voornamelijk eindklanten uit met name Frankrijk, Duitsland, Benelux, maar ook uit Zwitserland, Italië en Engeland, die eens wat anders dan het zoveelste meubel in hun huiselijke omgeving willen introduceren. Ze waarderen het transformatieve effect dat vuur kan hebben wanneer het in een ruimte wordt geplaatst. “Onze klanten begrijpen dat er geen aan-en-uit knop is en dat vuur maken een kunst is, daar staan ze voor open. Een vuur verandert alles. Als je in een ruimte bent die verlicht wordt door een tv-scherm en een die verlicht wordt door een vuur dan kan het verschil niet groter zijn. Alles eraan zal anders zijn. Hoewel het merendeel van de klantenkring van Harrie Leenders eindklant is, maakt de prettig rationele vorm van de producten plus hun bouwkwaliteit ze ook zeer geschikt voor architectuur projecten.
Nog iets om te waarderen is de eerlijkheid van hout stoken als bron van energie. Bart legt uit: “We zijn vergeten hoeveel energie er in een stuk hout zit, in een blok. We zijn vergeten hoe mooi deze draagbare vorm van energie is. Als ik je zou vertellen dat ik een uitvinding
zou doen, een draagbare vorm van energie die ons zuurstof geeft wanneer hij gemaakt wordt en zoveel energie geeft dat je je eten erop kan koken en de ruimte kan verwarmen, dan zou ik miljonair zijn. Miljardair. Maar dat is het; bomen. Toch zijn we dit vergeten omdat we fossiele brandstoffen hebben omarmd als comfortabeler. Natuurlijk is het allemaal relatief. Wat een echt vuur bovenal doet, met zijn onmiddellijkheid, zijn schoonheid, met het effect dat het op emotioneel niveau op ons heeft, is dat het ons bewust maakt van het moment, het wortelt ons in het heden. Het vraagt om aandacht. Om kort te gaan; het maakt ons bewust. Geen gemakkelijke opgave in een tijd van constant stijgende stressniveaus en eindeloze prikkels. En het bewustzijn van het consumeren van de brandstof terwijl we deze consumeren kan alleen maar een goed ding zijn met oog op de natuur.
Harrie Leenders heeft succesvol een innovatieve manier ontwikkeld voor het voorverwarmen van lucht voor verbranding, wat een geheel nieuwe generatie van haarden mogelijk maakt, de toekomst van echt vuur is onbetwist helder. “Het is alsof we opnieuw ergens aan beginnen” voegt Bart enthousiast toe.
In de woorden van Morrissey, “Er is een licht dat nooit uitgaat.”